Als je op dit moment een goed inkomen hebt, wil je dat natuurlijk graag voor de rest van je leven zo houden. Je werkt immers hard genoeg voor dat inkomen en er komt een tijd waarop je het graag wat rustiger aan wilt gaan doen. Als je met pensioen gaat, krijg je AOW uitgekeerd.
Dit is een basisuitkering van de overheid voor iedereen die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Veel is het niet, het komt neer op 70 procent van het minimuminkomen voor een alleenstaande en 50 procent van het minimuminkomen voor iemand die samenwoont met een partner. Dat is natuurlijk niet voldoende om riant van te kunnen leven.
Pensioen
Bovenop het AOW komt het pensioen dat je werkgever voor je heeft betaald. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van diverse factoren. Wie bijvoorbeeld alleen in deeltijd werkt, krijgt minder pensioen dan iemand die fulltime werkt en het is natuurlijk ook afhankelijk van de hoogte van je maandsalaris.
Daarom kiezen veel mensen ervoor om zelf een aanvullend pensioen bij elkaar te sparen. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. Het is verstandig om je goed te verdiepen in alles over lijfrente en pensioen voordat je een keuze maakt. Het gaat immers om een belangrijke zaak, namelijk je eigen financiële positie in de laatste fase van je leven.
Lijfrente
De term lijfrente viel hierboven al even, maar wat is het precies? De Belastingdienst omschrijft het als een fiscaal voordelige manier om extra inkomen voor later te realiseren. Zo’n lijfrente spaar je gedurende je arbeidzame leven bij elkaar via een overeenkomst die je sluit met een toegelaten financiële instelling.
Het is belangrijk om aan deze voorwaarde te voldoen, want anders kun je geen gebruik maken van de mogelijkheid om je inleg als aftrekpost bij de belastingaangifte op te voeren. Er zijn nog meer voorwaarden van toepassing, bijvoorbeeld dat er een vooraf bepaalde datum is waarop de uitkering van het bijeen gespaarde geld van start gaat. Ook moeten de betalingen van gelijke omvang zijn en op basis van vaste perioden (bijvoorbeeld maandelijks) uitgekeerd worden.
Sparen of beleggen
Grofweg zijn er twee mogelijkheden voor het opbouwen van lijfrente. Je kunt sparen of beleggen. Bij sparen leg je geld in, waarop je rente ontvangt. Dit is een veilige manier, maar levert weinig op. Beleggen kan een (veel) groter rendement opleveren, maar brengt ook risico’s met zich mee.
